Klytaimnestra vertelt:
“Er kwam een bode
met het bericht van Agamemnon om onze dochter Iphigeneia naar Aulis te sturen
alwaar ze in het huwelijk zou treden met Achilles, de zoon van Peleus en Thetis.
Hij wilde nog vóór zijn vertrek het huwelijk voltrokken zien.
Wat waren we
trots. Achilles is niet zo maar iemand. Hij is knap, halfgoddelijk en zo dapper,
een echte held. Een betere partij kun je niet treffen voor je
dochter.
Iphigeneia was ook zó blij. Achilles had haar tot zijn bruid
gekozen. Achilles, waar alle meisjes verliefd op zijn, koos voor haar.
In
Aulis aangekomen leek niets erop dat er een huwelijk plaats zou vinden. We zagen
allemaal ernstige gezichten. Geen vreugde, geen feestelijke stemming, alleen
maar ernst en bedroefdheid.
We begrepen er
niets van. Een huwelijk is toch een aangelegenheid waar iedereen verheugd moet
zijn? Waarom dan die droefheid?
Toen kwam een priester naar ons toegelopen.
Hij nam Iphigeneia bij de hand en leidde haar naar het altaar. Plotsklaps was
alles me duidelijk. Er zou geen huwelijksplechtigheid plaatsvinden, maar een
offerplechtigheid.
IPHIGENEIA WAS HET OFFER. “Nee”, gilde ik,
“niet onze dochter! Dat kun je niet doen, Agamemnon, hoor je me! Is Troje je
zoveel waard dat je onze dochter er voor wilt opofferen?”
Ik vervloek
Agamemnon, afstammeling van Tantalos. Dit vergeef ik hem nooit!”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten