KUNST, CULTUUR EN MYTHOLOGIE

KUNST, CULTUUR, MYTHOLOGIE
OMLIJST DOOR MUZIEK

woensdag 21 november 2012

MANDRAGORA

 
De alruin (Mandragora officinarum) is een overblijvende plant uit de nachtschadefamilie (Solanaceae). De soortaanduiding officinarum betekent dat de plant tijdens haar naamgeving op lijsten van planten met geneeskrachtige eigenschappen voorkwam. De plant wordt nu niet meer als zodanig gebruikt.
De precieze etymologie is complex en omstreden. De Nederlandse naam alruin is mogelijk afgeleid van die van een 13e eeuwse helderziende genaamd Albruna. De Arabische naam 'luffâh' of 'beid el-jinn' betekent 'ei van de geest'.
Er worden ook andere etymologische verklaringen gegeven; de naam alruin zou ontleend zijn aan het Hebreeuwse 'dud' of 'dudaim'. 'Dud' zou in het Hebreeuws 'liefdesplant' betekenen, wat verwijst naar het bijbelverhaal waarmee Lea met behulp van deze plant haar man Jacob wist terug te winnen.
De alruinwortel bevat giftige alkaloïden (scopolamine, atropine, apotropine, hyoscyamine, hyoscine, cuskhydrine, solandrine, mandragorine en andere hallucinogene tropan-alkaloïden).
Vanaf 0,1 mg scopolamine op 1 kg lichaamsgewicht treden bij mensen hallucinaties op, die meerdere dagen kunnen aanhouden. Alle alkaloïden van de alruin hebben effect op het menselijk brein en kunnen duizeligheid, angstaanvallen en slapeloosheid veroorzaken. In zware gevallen kan het tot onder andere woedeaanvallen leiden. De actieve fase wordt dan vaak gevolgd door een verlammingsstadium van slaperigheid. De dood kan intreden door ademhalingsproblemen.
Bij atropine ligt de dodelijke dosis afhankelijk van de wijze van gebruik tussen de 50 en 100 mg. Delier en gedeeltelijke coma zijn reeds vanaf 1 mg mogelijk. Vanaf 0,5 mg treedt monddroogheid op; vanaf 1 mg verwijding van de pupillen; vanaf 3 mg vergiftiging met warmtegevoelens; vanaf 4 mg beginnen hartritmestoornissen en gezichtsstoornissen op te treden; vanaf 5 mg hartkloppingen, en de hierboven genoemde vergiftigingsverschijnselen die gedurende meer dan een week kunnen aanhouden. Atropine kan door een intacte huid worden opgenomen. Middelen die de werking van atropine tegengaan, zijn actieve koolstof en eventueel physostigminesalicylaat (0,5 mg bij kinderen en 2 mg bij volwassenen).



Gebruik:


Alruin bevat de giftige alkaloïden atropine en scopolamine. De plant werd vroeger als narcoticum en pijnstiller, en deels ook als hallucinogeen middel gebruikt, onder meer in heksenzalf. Mandragorus, van het Hebreeuwse dud‘ (=liefdesplant) werd in de Oriënt beschouwd als middel om conceptie te verzekeren.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten