Poseidon
vertelt:
“Die Odysseus
blijft me een doorn in het oog.
Echter telkens weer weet hij te ontkomen aan alles en iedereen.
Dat stelletje lummels vaart maar over mijn zee en rooft en plundert maar waar het ook aan land komt. En dat alles onder het mom van ‘de wet van de gastvrijheid’.
Bij de Kikonen verwachtten ze zeker dat ze met open armen ontvangen werden, als helden terugkerende uit de oorlog. In de eerste plaats: de Kikonen stonden aan de kant van de Trojanen. In de tweede plaats: ze begonnen al gelijk het vee te slachten en de akkers leeg te roven. Geen wonder dat de bevolking protesteerde.
Daarna kwamen ze aan bij de Lotophagen. Daar werden ze wél met open armen ontvangen en kregen ze de locale delicatesse te eten. Maar dat was blijkbaar weer te veel van het goeie; te veel gastvrijheid.
Maar wat ze daarna flikten, dat was wel het toppunt. De woning van mijn zoon binnenvallen, zijn voorraden opvreten en, als klap op de vuurpijl, het oog van mijn zoon verblinden. Zijn ene oog. Cyclopen hebben maar één oog. Zo gedraag je je toch zeker niet als gast bij iemand in huis!
Het is gewoon een stelletje opvreters. Ze vreten en nemen alles wat beweegt, ooit bewegen zal, of wat ooit bewogen heeft, tenzij het wel in erg verregaande staat van ontbinding is.
Maar ik zal ze krijgen. En zeker die Odysseus. Die is nog niet klaar met mij.
En denk maar niet, Odysseus, dat Zeus aandacht schenkt aan jouw offers. Hij kotst op je, net als ik."
Echter telkens weer weet hij te ontkomen aan alles en iedereen.
Dat stelletje lummels vaart maar over mijn zee en rooft en plundert maar waar het ook aan land komt. En dat alles onder het mom van ‘de wet van de gastvrijheid’.
Bij de Kikonen verwachtten ze zeker dat ze met open armen ontvangen werden, als helden terugkerende uit de oorlog. In de eerste plaats: de Kikonen stonden aan de kant van de Trojanen. In de tweede plaats: ze begonnen al gelijk het vee te slachten en de akkers leeg te roven. Geen wonder dat de bevolking protesteerde.
Daarna kwamen ze aan bij de Lotophagen. Daar werden ze wél met open armen ontvangen en kregen ze de locale delicatesse te eten. Maar dat was blijkbaar weer te veel van het goeie; te veel gastvrijheid.
Maar wat ze daarna flikten, dat was wel het toppunt. De woning van mijn zoon binnenvallen, zijn voorraden opvreten en, als klap op de vuurpijl, het oog van mijn zoon verblinden. Zijn ene oog. Cyclopen hebben maar één oog. Zo gedraag je je toch zeker niet als gast bij iemand in huis!
Het is gewoon een stelletje opvreters. Ze vreten en nemen alles wat beweegt, ooit bewegen zal, of wat ooit bewogen heeft, tenzij het wel in erg verregaande staat van ontbinding is.
Maar ik zal ze krijgen. En zeker die Odysseus. Die is nog niet klaar met mij.
En denk maar niet, Odysseus, dat Zeus aandacht schenkt aan jouw offers. Hij kotst op je, net als ik."
“Overigens ben ik van mening dat Odysseus en zijn schepen vernietigd moeten worden.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten