Agamemnon
vertelt:
“Ik lag vannacht
heerlijk te slapen in mijn tent. Plots staat daar Nestor, de zoon van Neleus aan het hoofdeinde van mijn bed.
Fluisterend spreekt hij mij toe:
Nooit mag een
legeraanvoerder, op wie de mannen vertrouwen
en die voor alles moet zorgen, de hele nacht liggen slapen.
Luister vlug naar mijn woord. Ik kom met een boodschap van Zeus die
ook uit de verte zorg voor je heeft en van meelij vervuld is.
Zeus nu beveelt je het volk der het haar lang dragende Grieken
snel in het harnas te steken. Je zult het breedgebouwde Troje
nú kunnen nemen. De goden die op de Olympos verblijven
zijn het niet langer oneens en denken, op aandrang van Hera,
anders over de strijd; de Trojanen staat rampspoed te wachten.
Zo heeft Zeus het gewild. Onthoud dit goed en probeer het
niet te vergeten, als straks de heerlijke slaap van je heengaat.>
en die voor alles moet zorgen, de hele nacht liggen slapen.
Luister vlug naar mijn woord. Ik kom met een boodschap van Zeus die
ook uit de verte zorg voor je heeft en van meelij vervuld is.
Zeus nu beveelt je het volk der het haar lang dragende Grieken
snel in het harnas te steken. Je zult het breedgebouwde Troje
nú kunnen nemen. De goden die op de Olympos verblijven
zijn het niet langer oneens en denken, op aandrang van Hera,
anders over de strijd; de Trojanen staat rampspoed te wachten.
Zo heeft Zeus het gewild. Onthoud dit goed en probeer het
niet te vergeten, als straks de heerlijke slaap van je heengaat.>
Ik werd wakker en besefte dat het een droom was. Een droom door Zeus mij
gegeven waarin hij mij de overwinning belooft.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten