De Thraciërs waren een Indo-Europees volk, bewoners van Thracië. Zij spraken de Thracische taal. In het 2de millennium vóór Christus bewoonden de Thraciërs zuid Rusland en het gebied rond Roemenië, Bulgarije en noord Griekenland. In de 5e eeuw vóór Christus was de Thracische aanwezigheid blijkbaar zo opvallend dat Herodotus hen het op één na (na de Indiërs) meest talrijke volk van de bekende wereld noemde en mogelijk het machtigste. Hij suggereerde dat - gezien de uitgestrektheid van de landen die ze bewoonden en controleerden - de Thraciërs "indien ze zich verenigd hadden" een enorm imperium zouden gevormd hebben. De Thraciërs waren echter verdeeld in een groot aantal stamstaten die veelal onderling strijd leverenden. Gedurende enkele periodes werden evenwel een aantal machtige staten georganiseerd. Voorbeelden hiervan zijn het Odrysische koninkrijk in Thracië en het Dacië van Burebista. In de Ilias stemden de Thraciërs toe om aan de zijde van de Myceneaanse Grieken te vechten in de Trojaanse oorlog. Volgens Homerus hebben de Thraciërs deze belofte niet gehouden. In de Odyssee plunderden Odysseus en zijn mannen Thracië, op de terugweg van de oorlog, als straf voor hun "lafheid" volgens de Odyssee-tekst. De werkelijke reden waarom de Thraciërs niet mee te streden in de Trojaanse oorlog is onbekend. Mogelijk waren er economische redenen of werden andere allianties aangegaan. Een aantal mythologische figuren onder meer de god Dionysos, de prinses Europa en de held Orpheus werden door de Grieken ontleend aan hun Thracische buren. Flavius Josephus beweert dat de bijbelse figuur Tiras, zoon van Jafet, de stichter was van de Thraciërs. "Tiras noemde ook hen over wie hij heerste de Tirassiërs, maar de Grieken veranderden de naam later in Thraciërs." AotJ I:6. In de 20e eeuw en de eerste jaren van de 21e eeuw werden zeer opmerkelijke ontdekkingen gedaan in centraal Bulgarije meer bepaald in het gebied ten zuiden van het Balkangebergte tussen Shipka en Kazanlûk. Dit gebied wordt aangeduid als de "Vallei van de Thracische koningen". In juli 2005 hebben Bulgaarse archeologen in het zuidoosten van het land een graftombe gevonden van een Thracische koning uit de vierde eeuw vóór Christus. De tombe was gevuld met schatten (onder meer gouden en zilveren ringen, kronen en bekers). Het was de rijkst gevulde Thracische tombe die in honderd jaar was gevonden. De koning was begraven met zijn hond en twee paarden. |
KUNST, CULTUUR EN MYTHOLOGIE
KUNST, CULTUUR, MYTHOLOGIE
OMLIJST DOOR MUZIEK
zondag 18 november 2012
THRACIERS
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten