KUNST, CULTUUR EN MYTHOLOGIE

KUNST, CULTUUR, MYTHOLOGIE
OMLIJST DOOR MUZIEK

maandag 21 januari 2013

HET LAATSTE OCHTENDMAAL



The prophet Theoclymenus warns the suitors they are doomed. - David Byers Brown

Al vroeg in de morgen werd ik wakker. Het was die dag een feestdag, het heilige feest van Apollo. Allerlei voorbereidingen werden daarvoor getroffen.
De eerste die ik sprak na mijn gebed aan Zeus was Eumaios. Hij kwam een aantal zwijnen brengen en vroeg me hoe het gegaan was de afgelopen dag. Terwijl we daar zo stonden te praten kwam ook de geitenhoeder Melantheus met een aantal geiten aangelopen. Hij begon meteen weer te schelden en te dreigen. Ik negeerde hem. Nog een derde herder kwam, de veehoeder Philoitios. Hij kwam een vaars en een aantal geiten brengen. Hij heette me welkom en beklaagde mijn lot. Hij zei me dat hij zijn meester Odysseus miste en dat hij overwogen had te vertrekken van deze ellendige plaats. Alleen de hoop op diens terugkeer had hem daar tot nu toe nog steeds van weerhouden.
Deze Philoitios is een goed man, hij deugt dus!
Ondertussen waren de vrijers ook al aangekomen in het hof en werden er maaltijden bereid. Telemachos liet mij plaatsnemen bij de stenen drempel. Hij sprak de vrijers toe mij niet lastig te vallen. Met verbazing hoorden ze dit aan. Dit waren ze duidelijk niet gewend van mijn zoon. Ik hoorde ze onder elkaar verwensingen mompelen.
De maaltijd werd opgediend. Ik kreeg, omdat ik nu de gastvriend van Telemachos was, eenzelfde portie als de anderen. De treiterijen van de vrijers bleven achterwege. Wel zag ik hun boosaardige blikken. Plotseling echter stond Ktesippos op en riep dat hij mij wel eens een gastgeschenk zou geven. Hij slingerde een koeienpoot naar mij toe. Die wist ik behendig te ontwijken. Honend lachte ik in mezelf.
Wacht maar, stelletje klootzakken, ik krijg jullie wel!Mijn zoon Telemachos werd echter woedend. Hij ging flink tegen ze tekeer. De vrijers schoten hierdoor in de lach.
Wacht maar, stelletje hufters, het lachen zal jullie snel vergaan!
Hun lachen verstomde even toen de ziener Theoklymenos met luide stem begon te spreken.
“IK VOORZIE GROOT ONHEIL. BLOED AAN MUREN EN PLAFONDS. EEN HUIS VOL SCHIMMEN ONDERWEG NAAR DE HADES. DE ZON ZAL DOVEN EN DE DUISTERNIS ZAL ALLES VERHULLEN.”
Na deze woorden begonnen ze opnieuw onbedaarlijk te lachen en de spot te drijven met Telemachos. Die stoorde zich daar niet meer aan. Zijn blik was op mij gericht, afwachtende wat er zou gaan gebeuren.   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten