KUNST, CULTUUR EN MYTHOLOGIE

KUNST, CULTUUR, MYTHOLOGIE
OMLIJST DOOR MUZIEK

maandag 21 januari 2013

HET PROCES 5: DE GETUIGEN/SLACHTOFFERS


Melantho vertelt:

“Ik ben Melantho. Ik ben de dochter van Dolios en de zus van Melantheus. Ik ben samen met nog elf andere slavinnen door Hermes naar hier gebracht om te getuigen.
Terwijl in het hof de wedkamp werd gehouden, waren wij binnen in het huis aan het werk, gewoon een beetje schoonmaken en zo, wat we altijd deden. Op een gegeven moment kwam die bitch van een Penelopeia naar ons toe en beval ons flink door te werken en als we wat zouden horen, moesten we net doen alsof we niets hoorden. Wie toch wilde gaan kijken, zou met de zweep krijgen. Even later sloot die tang van een Eurykleia alle deuren van onze vertrekken. We konden er dus niet uit.
Niet veel later hoorden we een hoop lawaai. Gegil, gekrijs, wapengekletter, er was dus iets vreselijks aan de gang. Ik hoorde geschreeuw van mijn broer en van Agelaos. Hun stemmen klonken paniekerig. Daarna nog meer wapengekletter. Ik wilde gaan kijken, maar dat ouwe wijf stond met een zweep in haar hand voor de deur.
Pas na een hele tijd werd het stil. Toen opende Telemachos de deur. Hij liet die slavendrijfster van een Eurykleia met hem meekomen. Niet veel later kwam ze weer terug. Wij, ik en deze andere elf meiden, moesten emmers water halen, sponzen en doeken.
We werden naar de grote zaal gestuurd. Die lag vol met kadavers. Het waren de lijken van de vrijers. We moesten allemaal brullen toen we ze zagen. En wij moesten ze wegslepen naar buiten. Daarna moesten wij de hele zaal schoonschrapen en toen ook nog schoonsoppen. Daar waren we echt superlang mee bezig. Alles zat onder het bloed. En we mochten niet even gaan zitten tussendoor. Echt niet. Onze ruggen deden zeer van het bukken.
Maar uiteindelijk was de boel weer schoon. En dan verwacht je toch dat ze blij zouden zijn dat alles weer aan kant was. Not. Ze keken allemaal nog steeds heel boos. En die ‘ze’, dat zijn die vier daar. Die bedelaar, Telemachos, Eumaios en Philoitios. Dat stel daar.
En toen moesten we naar buiten, naar de binnenplaats. Die knul van een Telemachos had een zwaard in zijn hand. Wij gilden en smeekten: ‘Je gaat ons toch niet in stukken hakken? Alsjeblieft niet.’
Met een grijns om z’n bek zei hij: ‘Nee, ik ga jullie niet onthoofden.’
We zuchtten van opluchting.
Maar hij was nog niet uitgesproken. Hij voegde er aan toe: ‘Ik gun jullie geen eervolle dood door het zwaard. Jullie zullen opgehangen worden. Dat is jullie straf omdat jullie met de vrijers hebben liggen vozen.’
We moesten allemaal op een rij gaan staan en kregen een strop om onze nekken. Telemachos rukte aan de touwen, we spartelden nog even en toen was het gedaan.
We zijn vermoord door dat jong van een Telemachos en onze enige misdaad was dat we met die vrijers hebben gerotzooid. Trouwens, we werden door hen gedwongen. We deden het echt niet vrijwillig, echt niet.”  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten