KUNST, CULTUUR EN MYTHOLOGIE

KUNST, CULTUUR, MYTHOLOGIE
OMLIJST DOOR MUZIEK

maandag 21 januari 2013

HET PROCES 7: GETUIGEN/MEDEPLICHTIGEN



The Return Of Odysseus - Nicholas Monsiau

Eumaios vertelt:


“Mijn naam is Eumaios, zoon van Ktesios, koning van het eiland Syrië, lang geleden toen ik nog een kind was door slavenhandelaren verkocht aan koning Laërtes van Ithaka en sindsdien zwijnenhoeder, eerst onder hem en later onder zijn zoon Odysseus.
De laatste jaren gingen wij op Ithaka gebukt onder de tirannie van de vrijers. Hun verderfelijke handelswijze zou er toe geleid hebben dat alle rijkdom van het koninklijk paleis er in een mum van tijd doorheen gejaagd zou worden. Op een of andere wijze moest dat tot een halt geroepen worden. Het liefst door de terugkeer van Odysseus die korte metten zou maken met dat vrijersgespuis. We hoopten op zijn terugkeer, maar vreesden dat die hoop tevergeefs zou zijn.
Toen bekend werd dat er een wedkamp gehouden zou worden en koningin Penelopeia de winnaar zou huwen, beseften we dat er een eind zou komen aan de braspartijen. Misschien niet het eind waar we op gehoopt hadden, maar dat er een eind aan zou komen, dat was een feit.
Even voor de wedkamp zou aanvangen, nam de vreemdeling, die al geruime tijd op het eiland en in mijn nederige woonst zijn verblijf hield, mij en de veehoeder Philoitios een moment apart voor een kort onderhoud. Hij vroeg ons wat we zouden doen wanneer Odysseus ineens terug zou keren, de vrijers helpen, of onze koning?
Eensgezind antwoordden wij, dat we uiteraard Odysseus zouden bijstaan indien, zo Zeus het wil, hij terug zou keren om zich te wreken op de bende vrijers.
Meteen daarop maakte de vreemdeling zich bekend. Hij bleek de enige echte koning Odysseus te zijn. Hij toonde het litteken op zijn been als bewijs. We herkenden het en loofden Zeus dat hij weer was teruggekeerd.
Onmiddellijk maakte Odysseus zijn plannen aan ons bekend. Achter hem zouden we de zaal waar de wedkamp gehouden werd binnen gaan. Daar zouden we wachten totdat ieder der vrijers een poging had gewaagd de boog te spannen. Vervolgens zou ik hem, op zijn verzoek, de boog overhandigen. Daarna moest ik naar Eurykleia toegaan om haar de opdracht te geven de deuren van de vrouwenvertrekken af te grendelen en er zorg voor te dragen dat niemand naar buiten kon gaan.
Zo geschiedde. De boog werd gespannen, de deuren gesloten en er sneuvelden een aantal vrijers. Ze begonnen meteen aan te vallen, waren met een veel groter aantal, daardoor moesten we wel de speer ter hand nemen om onze koning bij te staan.
Het was zijn recht te heroveren wat van hem was en af te rekenen met allen die dat recht ondermijnden. Het was een daad van gerechtigheid. Ieder mens heeft het recht zijn bezit te verdedigen tegen een ieder die dat op onrechtmatige wijze wil toeëigenen. Dat is er gebeurd."
_____________________________________________


Philoitios vertelt:


“Mijn naam is Philoitios, veehoeder onder koning Odysseus op Ithaka.
De vreemdeling die al een tijdje onder de hoede van mijn vriend Eumaios was, bleek onze koning Odysseus te zijn. We herkenden hem aan het litteken op zijn been. Wat waren we blij dat hij weer terug was. Nu zou er dan eindelijk een einde komen aan alle rottigheid op het eiland.
Natuurlijk hielpen we hem in de strijd om zijn bezit te verdedigen tegen die bende vrijers.
Odysseus droeg mij op de poorten te sluiten, zodat niemand er meer uit kon. Toen schoot hij zijn pijl door alle ogen van de opgestelde bogen. Gelijk daarna een pijl dwars door Antinoös, dat was de ergste vijand. Hij was ook degene die een moordplan had beraamd tegen Telemachos. Meteen begonnen de vrijers massaal aan te vallen. De pijlen raakten op, nieuwe wapens werden gehaald. Mijn vriend Eumaios merkte op dat die schoft van een Melantheus ook de weg naar de wapenkamer had ontdekt en ondertussen de vrijers van wapens voorzag. Toen kregen we de opdracht die schelm te knevelen en op te sluiten in de wapenkamer.
Teruggekeerd in de zaal zagen we dat de vrijers zowat de overhand kregen. We streden zij aan zij tegen de agressors. Als we dat niet hadden gedaan, dan waren Odysseus en Telemachos vrijwel kansloos geweest tegen die grote massa.
Nadat de vrijers allemaal gedood waren, hebben we de lijken uit de zaal verwijderd.
Wij hebben Odysseus en Telemachos geholpen zich te verdedigen tegen de aanvallers.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten