Snel vluchtten wij
weg van deze afgrijselijke vogelgedrochten. We spanden de zeilen en voeren met
een zuidenwind in de zeilen langs de Ionische kust.
We naderden de
eilanden van de wrede, bedrieglijke Odysseus, Zacynthus, Dulichium, Same en Ithaka,
de woonplaats van die ploert en verwensten het land dat zo’n misbaksel heeft
voortgebracht.
Bij Leukates met
de tempel van Apollo gingen wij aan land. Daar reinigden we ons en vereerden we
onze goden.
Uitsluitend voor
propagandadoeleinden* vierden wij onze befaamde Trojaanse spelen,
worstelwedstrijden, op de kust van Actium.
Intussen werd het
winter en dacht ik met weemoed terug aan de donkere winters die ik samen met
Kreousa doorbracht. Zittend bij het vuur, mijn hoofd op haar schoot en
luisterend naar de verhalen die ze mij vertelde. Ze kon heel mooi en boeiend
vertellen. Zij kende vele mythen en sagen.
Ach, Kreousa, er
gaat geen dag voorbij zonder dat ik aan haar denk. Iedere morgen word ik wakker
en ontdek ik een lege plaats naast mij. Iedere morgen die pijn in mijn hart dat
zij er niet meer is.
Zou die pijn ooit
afnemen?
Toen de zon weer
in kracht toenam en de dagen langer werden, bevestigde ik, ten teken dat wij
hier geweest waren, het schild dat ik eens buit gemaakt had op de Achaeër Abas
aan de deurpost van de tempel van Apollo en besloten we te vertrekken. We
moesten verder, op weg naar een nieuw thuis.
__________________________________
*geslijm van Vergilius, ingevoegd om een wit voetje te halen bij keizer Augustus, die door het winnen van de slag bij Actium een einde maakte aan de burgeroorlog en de macht kon grijpen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten