Andrea Mantegna -
Dido
Mijn naam is
Elyssa, maar tegenwoordig noemt men mij Dido.
Ik ben afkomstig
uit Tyrus, een stad in Phoenicië.
Ooit heb ik een
man liefgehad, ik ben met hem getrouwd geweest. Maar de liefde tussen ons mocht
niet lang duren.
Mijn geliefde, Sychaeus,
was een rijk man. Mijn broer, Pygmalion, was verblind door afgunst en heeft hem
vermoord. Lange tijd heeft hij die misdaad voor mij verborgen kunnen houden.
Maar op een nacht verscheen de schim van mijn overleden lief aan mij. Hij heeft
mij verteld wat er was gebeurd. Hij ried mij aan snel te vluchten en wees me
een goudschat die ik mee moest nemen.
Met een aantal
volgelingen ben ik op toevallig gereedstaande schepen gevlucht naar Byrsa aan
de Libysche kust. Daar kregen wij een teken van de goddelijke Hera. We vonden
in de aarde de kop van een krijgspaard. Hier moesten wij dus blijven. De
plaatselijke vorst stond ons toe een lap grond in gebruik te nemen zo groot als
een ossenhuid kon omspannen. Een ossenhuid is niet zo groot, maar als je er
hele dunne reepjes van snijdt, kun je er een flink terrein mee omspannen.
Zo kregen wij een
groot stuk grond tot onze beschikking en daar hebben wij een nieuwe stad op
gebouwd, Kart Hadašt, ofwel Carthago.
Ik heb maar één
man liefgehad, mijn Sychaeus. Lang heb ik om hem gerouwd, de liefde vermeden en
huwelijksaanzoeken afgewezen. Maar een vrouw is niet voorbestemd om alleen te
zijn. Een vrouw heeft een man nodig. En vroeg of laat ook kinderen. Een vrouw
heeft ook gezelschap nodig, intimiteit, passie, liefde. En dat alles miste ik
de laatste tijd best wel.
Ik ben een sterke
vrouw, heerseres over deze nieuwe stad, maar eigenlijk sta ik overal alleen
voor. Het wordt tijd dat ik een partner krijg, opnieuw lief kan hebben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten