Gaspard Dughet en Carlo Maratta - Landschap met Dido en Aeneas
Het gebeurde op
een dag dat we aan het jagen waren. Plotseling werd de zon bedekt door donkere
wolken en brak er een hevig noodweer los, regen en hagel.
Samen zochten we een schuilplaats in een grot. Ik was nat geworden en ik had het koud. Hij sloeg zijn armen om me
heen om me te verwarmen. En plotseling zoende hij me. Een zoen die een
eeuwigheid leek te duren. Een zoen die alle kou veranderde in warmte. En van
die zoen kwam meer.
Buiten regende het, maar binnen in die grot kwam een vloedgolf van emoties over mij heen. Ik wist niet dat liefde zo onstuimig kon zijn. Zo had ik het nog nooit beleefd, zo had ik het nog nooit gevoeld. Ik wist niet wat me overkwam.
Op mijn tintelende lippen de smaak van liefde. Ik was zo gelukkig.
Buiten regende het, maar binnen in die grot kwam een vloedgolf van emoties over mij heen. Ik wist niet dat liefde zo onstuimig kon zijn. Zo had ik het nog nooit beleefd, zo had ik het nog nooit gevoeld. Ik wist niet wat me overkwam.
Op mijn tintelende lippen de smaak van liefde. Ik was zo gelukkig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten