Allen die ontkomen
waren aan de vlammen van de brandende stad waren de bergen in gevlucht. We
hadden ons toevlucht gezocht in een oude tempel gewijd aan de godin Demeter. Om
mij heen mensen die, net als ik, wanhopig op zoek waren naar hun dierbaren. Ook
ik klampte iedereen aan en vroeg ze of ze misschien Kreousa hadden gezien.
Niemand had haar
echter gezien.
Doodmoe ging ik
zitten bij mijn vader en mijn zoon die inmiddels met zijn duim in zijn mond lag
te slapen.
In de verte nam de
gloed van de vlammende stad langzaam af naarmate het daglicht toenam. Nog
steeds waren er dikke rookwolken te zien.
Ik besloot niet
langer te wachten en op zoek te gaan naar mijn vrouw tussen de resten van de
smeulende gebouwen. Op mijn hoede voor mogelijk aanwezige Achaeërs sloop ik de
stad binnen. De geur van verbranding prikkelde mijn neus. Overal om mij heen
verwoeste en geplunderde huizen. Ik waagde het haar naam te roepen:
“Kreousaaaaaaaaaa’. Maar nergens was zij te bekennen. Als bezeten ging ik door
de straten en stormde ik huizen binnen. Alles vernietigd, alles verlaten.
Uit wanhoop bonkte
ik met mijn hoofd tegen een verkoolde deurpost. Toen zag ik haar. Ze stond
ineens voor me en vroeg me waarom ik zo verdrietig was. Ze zei me, dat ik niet
om haar moest treuren. Ze droeg me op het Palladion mee te nemen en daarmee ver
weg naar het Hesperische land af te reizen om daar een toekomst op te bouwen
met onze zoon.
Ze was zo mooi
zoals ze daar voor me stond. Ik verlangde er zo ontzettend naar haar in mijn
armen te nemen, maar driemaal greep ik slechts lucht beet.
Het was haar schim
die mij toe had gesproken. Ik liet mijn hoofd zakken en daar zag ik wat eens
haar lichaam was liggen op de grond met het Palladion tegen zich aan gekneld. Ik
nam het beeldje uit haar armen en drukte nog een laatste keer ten afscheid mijn
lippen op haar mond.
Ik zal doen wat ze
me heeft opgedragen. Het gaat om onze zoon, onze toekomst, ons nageslacht.
Zwijgend liep ik
terug naar de rest van de ontkomen Trojanen bij de oude tempel.
In mijn mond de
smaak van as.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten