The Meeting of Dido and Aeneas by Nathaniel Dance Holland
Koningin Dido had
ons in haar stad verwelkomd. Ze zette ons een maaltijd voor en liet tevens voedsel
brengen naar de mannen die nog bij de schepen waren.
We mochten blijven
zo lang we wilden.
Ze was een leuke,
intelligente vrouw. Een vrouw die beslist een goede echtgenote en moeder zou
zijn. Een vrouw waar een man beslist veel van zou kunnen gaan houden.
Zou ik van haar
kunnen gaan houden? En wat als ik van haar ga houden en haar ook moet
verliezen? Kan ik mezelf die pijn van dat verlies opnieuw aandoen? Durf ik nog
wel van iemand te gaan houden?
En wat als ik met
haar trouw en met haar kinderen krijg? De zoon die uit dat huwelijk voortkomt
zal eens over deze stad regeren. En hoe moet het dan met Askanios? Hij is niet
haar zoon, hij zal nooit over een rijk regeren als ik hier blijf. Nu zit hij
wel op haar schoot, maar als ze eigen kinderen heeft, is er voor hem geen
plaats meer. Wil ik dat mijn zoon aandoen?
Al deze vragen spookten in mijn gedachten.
Al deze vragen spookten in mijn gedachten.
Maar aan de andere
kant verlangde ik ondertussen wel naar een vrouw die mij lief zou kunnen
hebben. Als je als man lang alleen bent, krijg je ook zo je behoeftes. Zeker
als je die kans geboden wordt.
En die kans deed
zich voor toen het op een middag tijdens een jachtpartij plotseling ging hagelen.
Samen waren we een grot binnen gegaan om te schuilen. Dido was nat, haar
kleding doorschijnend. Ik kon me niet meer inhouden. Ik vergreep me aan haar.
Was het liefde of was het lust? Ik vroeg me af wat het precies was. Wilde ik
dat nu wel of niet?
Ik werd verscheurd
door emoties en angsten. Wat wilde ik eigenlijk?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten