Een paar
nachten geleden kwam Athena naar me toe. Ze droeg me op meteen naar huis te
gaan. Ze vertelde me ook dat een aantal vrijers in een hinderlaag lagen tussen
Ithaka en Samos, omdat ze me daar wilden opwachten en doden. Ik moest dus
voorzichtig zijn.
Meteen nadat ze vertrokken was maakte ik Peisistratos wakker. Hij vond het beter te wachten met vertrekken tot de volgende morgen. Midden in de nacht rijden was niet zo’n strak plan.
De volgende ochtend vertrokken we. Menelaos en Helena gaven me nog een paar prachtige geschenken mee. Hij wilde me eerst een paar prachtige paarden geven, maar daar heb ik niet zoveel aan in Ithaka. Daar zijn geen weilanden waar ze kunnen draven.
De hele dag reden we in een flink tempo door. Tegen de avond bereikten we Pherai. Daar brachten we de nacht door. Tegen de ochtend vertrokken we weer.
Ik vroeg Peisistratos om mij niet langs zijn huis te laten gaan, anders zou zijn vader Nestor me uitnodigen om bij hem te blijven en dat zou maar oponthoud zijn. Ik wilde meteen door naar het schip en vertrekken.
Dat verzoek was lastig voor mijn vriend. Maar hij besefte wel dat zijn vader mij niet zo maar zou laten gaan. Bovendien was diens gastvrijheid afwijzen onbeleefd. Echter, als ik meteen zou vertrekken, voordat hij thuis zou komen en zijn vader zou spreken, was er niets aan de hand. Dan kon zijn vader mij ook niet meer tegenhouden. Hij zou het Nestor wel uitleggen.
Ik nam afscheid van Peisistratos, sprak een gebed uit aan Athena en ging aan boord. Op dat moment kwam er een vreemdeling naar me toe. Hij heette Theoklymenos en hij was een ziener uit Argos, momenteel voortvluchtig omdat hij iemand had gedood. Hij vroeg me hem mee te nemen naar Ithaka. Ach, waarom niet. Hij mocht mee. Wie weet maken we nog wel eens gebruik van zijn zienersgaven.
Met een gunstige wind, door Athena gezonden, bereikten we tegen de avond Pheai. Daar zijn we nu. Morgen varen we door naar Ithaka. Ik zal voorzichtig moeten zijn als ik aan land ga, de vrijers liggen er immers op de loer. Ik hoop dat ik ongezien de hut van Eumaios de zwijnenhoeder kan bereiken. Athena had me verteld dat ik daar naar toe moest gaan. Daar zal ik veilig zijn.
Meteen nadat ze vertrokken was maakte ik Peisistratos wakker. Hij vond het beter te wachten met vertrekken tot de volgende morgen. Midden in de nacht rijden was niet zo’n strak plan.
De volgende ochtend vertrokken we. Menelaos en Helena gaven me nog een paar prachtige geschenken mee. Hij wilde me eerst een paar prachtige paarden geven, maar daar heb ik niet zoveel aan in Ithaka. Daar zijn geen weilanden waar ze kunnen draven.
De hele dag reden we in een flink tempo door. Tegen de avond bereikten we Pherai. Daar brachten we de nacht door. Tegen de ochtend vertrokken we weer.
Ik vroeg Peisistratos om mij niet langs zijn huis te laten gaan, anders zou zijn vader Nestor me uitnodigen om bij hem te blijven en dat zou maar oponthoud zijn. Ik wilde meteen door naar het schip en vertrekken.
Dat verzoek was lastig voor mijn vriend. Maar hij besefte wel dat zijn vader mij niet zo maar zou laten gaan. Bovendien was diens gastvrijheid afwijzen onbeleefd. Echter, als ik meteen zou vertrekken, voordat hij thuis zou komen en zijn vader zou spreken, was er niets aan de hand. Dan kon zijn vader mij ook niet meer tegenhouden. Hij zou het Nestor wel uitleggen.
Ik nam afscheid van Peisistratos, sprak een gebed uit aan Athena en ging aan boord. Op dat moment kwam er een vreemdeling naar me toe. Hij heette Theoklymenos en hij was een ziener uit Argos, momenteel voortvluchtig omdat hij iemand had gedood. Hij vroeg me hem mee te nemen naar Ithaka. Ach, waarom niet. Hij mocht mee. Wie weet maken we nog wel eens gebruik van zijn zienersgaven.
Met een gunstige wind, door Athena gezonden, bereikten we tegen de avond Pheai. Daar zijn we nu. Morgen varen we door naar Ithaka. Ik zal voorzichtig moeten zijn als ik aan land ga, de vrijers liggen er immers op de loer. Ik hoop dat ik ongezien de hut van Eumaios de zwijnenhoeder kan bereiken. Athena had me verteld dat ik daar naar toe moest gaan. Daar zal ik veilig zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten