Telemachos
vertelde mij niet meteen over zijn reizen. Eerst moest hij nog wat anders doen.
Hij moest nog een vreemdeling op halen. Die had hem op zijn reis vergezeld. In
de tussentijd moest ik maar een bad gaan nemen en me aan gaan kleden.
Niet
veel later was hij terug, samen met die vreemdeling.
Nadat
ze gegeten hadden begon mijn zoon zijn verhaal te vertellen. Hij vertelde me
hoe hij ontvangen werd in het huis van Nestor te Pylos. Daar hadden ze niets
over mijn Odysseus gehoord. Vervolgens vertrok hij samen met de zoon van
Nestor, Peisistratos, naar Menelaos en Helena te Sparta. Van hen had hij vernomen
dat mijn man mogelijk werd vastgehouden door een nimf op haar eiland. Dat zou
dus mogelijk kunnen zijn, maar zeker weten doen ze het niet.
Toen
nam de vreemdeling, die Theoklymenos heette, het woord. Hij bleek een ziener te
zijn. Hij voorspelde me dat mijn man al hier op het eiland was en van plan was
zich te wreken op de vrijers.
Ach,
als dat toch eens waar was! Dat zou fantastisch zijn!
Iedere
keer wanneer ik zo’n voorspelling hoor, krijg ik weer hoop. Maar tot nu toe
werd ik nog altijd teleurgesteld.
In
het hof hoorde ik de vrijers lawaai maken. Ze hadden zich een poosje geamuseerd
met discus- en speerwerpen en stonden nu op het punt om hun middagmaal te
gebruiken. Wat zou ik graag willen dat mijn Odysseus korte metten zou maken met
dat stelletje lummels.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten